Wat als we levenslang beginner zijn?

Dat we zijn levenslang beginners zijn, blijft maar door mijn hoofd spoken. Een interessante gedachte als ik erover nadenk. 

We zijn levenslang beginners, of toch niet? Bij mij roept het vooral op van “iets” uitproberen waarvan je de uitkomst nog niet weet. Het heeft iets mystieks, iets ongrijpbaars. Het heeft iets van onbevangen- en kwetsbaarheid in zich. Al weet ik niet of het dat exact is.

Aan de andere kant heeft het iets weg van eigen wijsheid, die je opdoet gaandeweg je leven.

Hoe mooi zou kan het zijn als je iedere dag start met dat we zijn levenslang beginners zijn. Hiermee bedoel ik iedere dag is een nieuwe dag, een nieuwe dag vol avontuur. Een dag vol met mogelijkheden en kansen. Een dag om te ontdekken en te leren.

Hoe gaaf is het om onbevangen zonder oordeel en aanname de rest van je leven te leven. Het leven als een groot speelparadijs ziet. Waarin je iedere dag kan spelen. Kan ontdekken wat wel en wat niet werkt. Waar vouten (grapje) mag maken, waar ruimte is om te experimenteren. Waar plek is om te dromen en uit verlangen ideeën ontstaan. Waarbij geen gedachte te gek is en het vanzelfsprekend is om deze gedachten te delen, omdat je inbreng gewenst is. Waar er plaats is voor wat wel in plaats van ja-maar.  Een plek waar je de hele dag kunt en mag spelen, niet omdat het moet maar omdat het kan. Spelen om het beste uit jezelf en je omgeving te halen. Zodat je in staat ben waarde toe te voegen.  

Waar je weer helemaal kind mag zijn. Terug naar de basis, de onbevangenheid, het ontdekken. Het leren lopen, het vallen en weer opstaan. Een wereld nog in zijn puurste vorm. Kunnen opnemen zonder beperkingen. Of zoals een van mijn dochters ooit zij op de vraag ‘wat wil je later worden?’ Een Vlinder papa, ik wil later een vlinder worden. Hoe mooi is dat. Nu hoor ik je denken ‘is het haar gelukt?’ Nog niet, maar ik weet zeker dat ze inmiddels, van een rups, in haar eigen cocon zit en het niet meer lang op zich laat wachten dat zij als vlinder in deze wereld haar weg gaat vinden. 

Dit bracht mij op de volgende gedachte als we dan toch levenslang beginners zijn wil ik wel leven als de lentezon’. Na een periode van kilte, koude en sombere dagen, die eerste zonnestralen te zijn in de vorm van de lentezon. Daar waar je na zo’n periode zo intens naar kunt verlangen. De lentezon die inspireert, de lentezon die je voedt, je verwarmt en je laat groeien. Waardoor niet alleen ik, maar ook jij kunt baden in de schittering en warmte van die eerste zonnestralen. Wanneer je je ogen sluit de vogels hoort tjilpen, de geur van het voorjaar je neus binnendringt. Je blij en vrolijk wordt omdat het een nieuwe periode inluidt en het de donkere periode achter ons laat. 

Het ons in staat stelt om te kunnen spelen en te stralen in het hier en nu. Zodat we iedere dag kunnen ervaren als zijn we levenslang beginners. Deze gedachte wil ik omarmen en koesteren in de rest van de tijd die mij gegeven is.

Groet, Wim